Veel mensen twijfelen bij het schrijven van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Vooral als het gaat om werkwoorden die eindigen op -eren, zoals het werkwoord reageren, ontstaan er gemakkelijk fouten. Een van de meest voorkomende fouten is het gebruik van “reageerd” in plaats van het correcte “reageert”. Maar waar komt deze verwarring vandaan, en hoe zorg je ervoor dat jij die fout niet meer maakt?
De betekenis van “reageren”
Het werkwoord reageren betekent letterlijk “gedrag vertonen dat het antwoord is op iets anders”. Met andere woorden: als iemand reageert, dan antwoordt hij of zij op een actie, gebeurtenis of prikkel. Denk bijvoorbeeld aan hoe iemand reageert op kritiek of op een verrassingsfeest.
In de scheikunde heeft het woord ook een specifieke betekenis. Daar betekent reageren dat twee of meer stoffen een chemische reactie aangaan. Hierbij veranderen de oorspronkelijke stoffen in nieuwe verbindingen. Deze betekenis verschilt van het alledaagse taalgebruik, maar de basis — een reactie op iets — blijft gelijk.
De juiste vervoeging van “reageren”
Om te begrijpen waarom “reageert” juist is en “reageerd” fout, is het belangrijk om de vervoeging van het werkwoord reageren te kennen.
In de tegenwoordige tijd worden werkwoorden als volgt vervoegd:
- Ik reageer
- Jij reageert
- Hij/Zij/Het reageert
- Wij reageren
- Jullie reageren
- Zij reageren
Zoals je ziet, krijgt de derde persoon enkelvoud — “hij”, “zij” of “het” — een -t achter de stam van het werkwoord. De stam van “reageren” is “reageer”. Voeg daar een –t aan toe en je krijgt “reageert”.
In de verleden tijd verandert het werkwoord als volgt:
- Ik reageerde
- Jij/U reageerde
- Hij/Zij/Het reageerde
- Wij reageerden
- Jullie reageerden
- Zij reageerden
Het voltooid deelwoord van “reageren” is “gereageerd”. In deze vorm mag je dus wél een d schrijven. Hier ontstaat vaak de verwarring tussen “reageerd” en “reageert”. In het voltooid deelwoord is het gebruik van een d correct, zoals in de zin: “Zij heeft gereageerd op het nieuws.”
Waarom schrijven mensen toch ‘reageerd’?
De schrijffout “reageerd” komt voort uit een veelvoorkomend probleem bij werkwoordspelling: de verwarring tussen de klank en de grammaticale regels. Doordat “reageerd” en “reageert” bijna hetzelfde klinken, twijfelen mensen aan de juiste schrijfwijze. Vooral als je snel schrijft zonder erbij na te denken, sluipt de fout er makkelijk in.
De belangrijkste regel om te onthouden: als je in de tegenwoordige tijd een werkwoord gebruikt met een onderwerp in de derde persoon enkelvoud (zoals “hij” of “zij”), dan krijgt het werkwoord een -t. Dus “hij reageert” is correct. Schrijf je “reageerd”, dan geef je het werkwoord een voltooid deelwoord-uitgang terwijl je het in de tegenwoordige tijd gebruikt — en dat is dus fout.
Reageren in andere contexten
Behalve in het dagelijks taalgebruik en de scheikunde kom je “reageren” ook vaak tegen op sociale media en in nieuwsartikelen. Mensen die op een online post of artikel reageren, worden wel “reageerders” genoemd. Met dit woord bedoelt men een persoon die (vaak via tekst, zoals in forums of op sociale netwerken) zijn of haar mening geeft op iets dat is gepost. Een typische zin waarin dit woord voorkomt is: “De reageerders op het artikel waren overwegend positief.”
Ook in formele en zakelijke contexten komt het werkwoord vaak voor. Bijvoorbeeld: “Het bedrijf heeft nog niet gereageerd op de beschuldigingen” of “Wij reageren binnen 24 uur op aanvragen.” In deze zinnen duidt het werkwoord op een antwoord of respons in georganiseerde vorm.
Oorsprong van het woord “reageren”
Het woord “reageren” is een leenwoord uit het Duits. Het werd voor het eerst in het Nederlands gebruikt in 1847. In het Duits bestaat het werkwoord “reagieren”, dat dezelfde betekenis heeft. Ook in het Engels vind je het terug als “to react” of “to respond”. Zo zie je dat het woord in meerdere talen een soortgelijke functie heeft en doorgaans verwijst naar een reactie op iets externs.
Zo voorkom je de fout in de toekomst
Als je moeite hebt met het onthouden of schrijven van “reageert”, zijn er wat praktische tips die je kunt toepassen:
- Denk aan de regel: derde persoon enkelvoud = stam + t. De stam van “reageren” is “reageer”, dus: “reageert”.
- Vraag jezelf af: is het verleden tijd of voltooid deelwoord? Dan mag je aan “gereageerd” denken. Maar als het om het heden gaat, gebruik je “reageert”.
- Herhaal de juiste vorm regelmatig voor jezelf bij twijfel. Bijvoorbeeld: “Hij reageert, hij reageert, hij reageert.”
- Gebruik slimme ezelsbruggetjes. Bijvoorbeeld: Als het onderwerp hij of zij is, eindigt het werkwoord normaal gesproken op een “t”.
Het lijkt soms ingewikkeld, maar oefening baart kunst. Wie bewust omgaat met taalgebruik en regelmatig controleert of woorden juist gespeld zijn, zal merken dat de fout steeds minder voorkomt.
Conclusie
Of je nu schrijft over iemands gedrag, een chemische reactie of een opmerking op sociale media — het is belangrijk om werkwoorden als “reageren” juist te gebruiken en te vervoegen. “Reageert” is de correcte vorm in de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd. “Reageerd” is simpelweg fout.
Wie de regels van werkwoordspelling kent, voorkomt niet alleen taalfouten, maar komt ook zelfverzekerder over in schriftelijke communicatie. Eén kleine letter als een t of d kan immers het verschil maken tussen fout en perfect geschreven Nederlands. Dus de volgende keer dat je twijfelt: denk aan de grammaticale regels, zeg het jezelf hardop, en kies voor “hij reageert”.