In de Nederlandse taal lopen veel mensen vaak tegen de verwarring aan tussen ‘bedoelt’ en ‘bedoeld’. Deze twee woorden zijn allebei afkomstig van het werkwoord ‘bedoelen’, maar worden gebruikt in totaal verschillende grammaticale contexten. Omdat ze hetzelfde klinken, ligt verwarring op de loer. Toch is het gebruik van de juiste vorm belangrijk voor correct taalgebruik, zowel schriftelijk als mondeling.
Wat is ‘bedoelt’?
‘Bedoelt’ is de vervoegde vorm van het werkwoord bedoelen in de tegenwoordige tijd. De vorm ‘bedoelt’ gebruik je wanneer het onderwerp van de zin de derde persoon enkelvoud is: hij, zij, het of jij (in de informele vorm). Je gebruikt het dus in een zin die gaat over wat iemand nu of op dit moment zegt of denkt te bedoelen. Enkele voorbeelden:
- Hij bedoelt het goed.
- Wat bedoelt zij daarmee?
- Als jij dat bedoelt, zeg het dan eerlijk.
Let erop dat ‘bedoelt’ dus altijd gebruikt wordt bij lopende of actuele handelingen, en zonder hulpwerkwoorden zoals hebben of zijn. De zin staat volledig in de tegenwoordige tijd.
Wat is ‘bedoeld’?
‘Bedoeld’ is het voltooid deelwoord van het werkwoord bedoelen. Je gebruikt deze vorm doorgaans wanneer je praat over een afgehandelde handeling, die meestal eerder heeft plaatsgevonden. In dat geval gebruik je ‘bedoeld’ samen met een hulpwerkwoord als hebben of zijn. Voorbeelden hiervan zijn:
- Ik heb het niet zo bedoeld.
- Het was goed bedoeld.
- Zij heeft waarschijnlijk iets anders bedoeld.
In deze zinnen zie je duidelijk dat er sprake is van een voltooide handeling: iets is gezegd of gedacht met een bepaalde bedoeling, en dat is inmiddels gebeurd. Los daarvan wordt ‘bedoeld’ ook gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld in: een goedbedoeld advies. Deze vorm staat dan in een andere taalkundige constructie.
De sleutel: hulpwerkwoorden en tijd
Een handige manier om te bepalen of je bedoelt of bedoeld moet gebruiken, is door te letten op het gebruik van hulpwerkwoorden en de tijd waarin de zin staat. Staat er in de zin een hulpwerkwoord als hebben of zijn? Dan weet je bijna zeker dat je ‘bedoeld’ moet schrijven.
Staat de zin in de tegenwoordige tijd en gaat het over wat iemand op dat moment zegt of bedoelt? Dan kies je voor ‘bedoelt’. Hier volgen enkele vuistregels:
- Gebruik bedoelt als er geen hulpwerkwoord in de zin staat en het over nu gaat.
- Gebruik bedoeld als er een hulpwerkwoord is of als de handeling in het verleden is afgerond.
Waarom raken mensen in de war?
Het is niet verwonderlijk dat mensen de vormen ‘bedoelt’ en ‘bedoeld’ gemakkelijk door elkaar halen. Beide woorden vergeten namelijk de uitspraakregel van het verschil in klank in de gesproken taal; je hoort geen verschil. Zoals bij zoveel werkwoorden in het Nederlands (zoals ‘gebeurd’ en ‘gebeurt’) zit het onderscheid puur in de spelling en grammaticale functie, niet in de uitspraak.
Bovendien komt er vaak twijfel wanneer mensen snel willen schrijven of typen. In zulke gevallen is de kans groot dat men niet nadenkt over welke tijd of vorm er grammaticaal wordt bedoeld. Zoals taalexperts van Taaluilen aangeven: “Als je een hulpwerkwoord ziet staan, dan gebruik je ‘bedoeld’.”
Praktische tips om de verwarring te voorkomen
- Lees de zin hardop. Klinkt het als een handeling die op dit moment gebeurt? Of is het iets wat in het verleden is afgerond?
- Zoek het onderwerp op. Gaat het over ‘hij’, ‘zij’, ‘jij’ of ‘het’ in de tegenwoordige tijd? Dan is het vaak ‘bedoelt’.
- Kijk naar hulpwerkwoorden. Woorden als ‘hebben’, ‘zijn’, ‘worden’ en ‘zijn geweest’ wijzen op een voltooide tijd. Dan gebruik je ‘bedoeld’.
- Vergelijk met andere werkwoorden. Denk aan ‘loopt’ en ‘gelopen’. ‘Loopt’ is tegenwoordige tijd, ‘gelopen’ is voltooid deelwoord. Zo werkt het met ‘bedoelt’ en ‘bedoeld’ ook.
Tot slot
Het verschil tussen ‘bedoelt’ en ‘bedoeld’ lijkt misschien klein, maar het is een belangrijk onderdeel van correct Nederlands taalgebruik. Door op te letten op de grammaticale structuur van de zin en door hulpwerkwoorden en tijdsvormen bewust te herkennen, kun je deze veelgemaakte taalfout eenvoudig voorkomen. Schrijf bewust, lees terug en laat je eventueel ondersteunen door taalhulpmiddelen als Grammarly of een spellingscontrole.
Oefening baart kunst: het juiste gebruik van werkwoordsvormen zoals ‘bedoelt’ en ‘bedoeld’ wordt vanzelf natuurlijker wanneer je er regelmatig mee werkt